De Geestmolen is een omstreeks 1565 gebouwde achtkante binnenkruier. De molen bemaalde de 170 ha grote Geestmolenpolder van de Egmondermeer op de Schermerboezem. In het begin van de jaren zestig is in de polder en rond de molen de nieuwbouwwijk "De Hoef" verrezen. Als gevolg hiervan is niet alleen de landschappelijke betekenis van de molen geheel verloren gegaan, maar wordt nu ook de benodigde vrije windvang sterk belemmerd.

 

De molen is een zogenaamde binnenkruier. Dit betekent dat de wieken binnen op de wind gezet kunnen worden. In de kap kan de molenaar aan het kruirad draaien en de wieken naar elke windrichting draaien. Het op de wind zetten van de wieken wordt ook wel kruien genoemd.

De kap kruit op houten rollen. In de kap bevindt zich ook de vang waarmee de wieken worden stilgezet. De molenaar kan vanaf de begane grond dor middel van het vangtouw en de vangstok welke achter uit de kap steken de vangbalk bedienen. Het gewicht van de vangbalk zorgt ervoor dat de band rond het bovenwiel wordt aangesnoerd en zo de draaiende wieken stilzetten. Het wiekenkruis bestaat uit twee ijzeren roeden met fokwieken.

Oorspronkelijk was de molen uitgerust met een scheprad. De molen is in 1886 vervijzeld en waarschijnlijk later pas uitgerust met 'licht en zwaar werk', zodat de vijzel met twee verschillende snelheden kan worden aangedreven. In 1963 is de houten vijzel vervangen door een wat smaller stalen exemplaar en werd een elektromotor als hulpkracht geplaatst. De vijzel is nog steeds voor de bemaling in gebruik en kan zowel door de motor las door de molen aangedreven worden . De molen heeft fokwieken met remkleppen. De molen is nooit bewoond geweest. Wel staat er op de begane grond een geheel gesloten houten bedstee die in vroeger tijd door de molenaar als tijdelijke slaapplaats kon worden gebruikt.

De eigenaar van de molen is het Waterschap Het Lange Rond. De molen wordt met grote regelmatig in werking gesteld.

De achtkantige binnenkruier komt voornamelijk voor in Noord Holland.

Binnenkruier: bovenkruier waarvan het kruiwerk in de kap zit, zodat de molen geen staart heeft.
Bovenkruier: specifiek molentype. De molenromp is een vaste constructie, waarop een draaibare kap is geplaatst. De kap kan dus op de wind worden gekruid.
Een bovenkruier heeft gewoonlijk een kruiwerk dat op de grond of op de stelling kan worden bediend, maar ook een binnenkruier is een bovenkruier.
Naar de vorm onderscheiden we deze molens in achtkanten, zeskanten en ronde, stenen molens.

Vergelijkbaar maar iets anders van opzet is de achtkantige buitenkruier die voornamelijk in Zuid Holland voorkomt.

Bouwtekening achtkantige buitenkruier Zuid Holland
Bouwtekening achtkantige buitenkruier Zuid Holland

 


Technische Gegevens   

Naam Geestmolen
Adres  Hoeverpad/Bloemaertlaan Alkmaar
Bouwjaar  1565
Type  Grondzeiler
Functie  Poldermolen
Kenmerken  Achtkante Molen
Eigenaar  Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Vlucht/Rad  25,0 m
Inrichting  Vijzel
Bedrijfsvaardigheid  In bedrijf op vrijwillige basis
Molenaar Piet Kuiper en Harry Bus
Telefoon 072-511 48 11
OpeningstijdenOp afspraak


 Geestmolen Geestmolen


De Gechiedenis van Alkmaar  

In den beginne
De eerste Alkmaarders woonden op de geestgronden rond de huidige Grote Kerk. De hooggelegen zandrug, die evenwijdig met de kustlijn liep, werd omgeven door water en moerassen. Naar het westen werden deze zandgronden begrensd door de Westerweg, naar het oosten door het Ritsevoort. Ten oosten van de geestrug lag een lager gelegen gebied dat bij hoge waterstand door de Voormeer werd overstroomd. De tegenwoordige Langestraat was toen weinig meer dan een pad in de moerassige gronden die aan de Voormeer grensde.
 Oude stadskaart
 
Alcmaria
De naam Alkmaar wordt voor het eerst vermeld in een 10e eeuwse aantekening, waarin sprake is van een schenking van twee hoeven land door graaf Dirk I aan de pas opgerichte abdij van Egmond. Deze schenking dateert van vóór 939, het sterfjaar van de graaf. Alkmaar viel toen onder de parochie Heiloo. In een oorkonde van 1063 wordt de kerk van Heiloo de moederkerk van de kapel van Alkmaar genoemd. Door de schenking van het schoutambt van Alkmaar aan de abt van Egmond kreeg Alkmaar in 1083 een eigen rechtsgebied.
Stad
In 1254 kreeg Alkmaar van graaf Floris V stadsrecht. Gelegen aan de rand van het Kennemer gebied en onder de bescherming van de kastelen Torenburg, Middelburg en Nieuwenburg fungeerde Alkmaar als grensvesting en uitvalsbasis in de eeuwenlange strijd tegen de Westfriezen. Alkmaar werd tot in de 16e eeuw aan de westzijde begrensd door het ondiepe merengebied van de Egmondermeer en de Bergermeer. Aan de oostzijde lag de Voormeer, die via het Zeglis in verbinding stond met de Schermeer. In het zuiden lagen de Achtermeer, de Kooimeer en de Rietmeer.

Verdediging
Gelegen op een knooppunt van waterwegen werd tol geheven en accijnzen ingevoerd voor overslag van goederen. Door markten en handel kreeg Alkmaar een centrumfunctie en groeide de stad. Het stratenplan werd door landwinning in de loop van de eeuwen uitgelegd. Vanaf 1525 werden grote bedragen besteed aan de omwalling van de stad met singels en stadsmuren ter bescherming tegen aanvallen en plundering van buitenaf.

In 1573 vond het beleg van Alkmaar door de Spanjaarden plaats. Met kokend teer en brandende takkenbossen werd vanaf de nieuwe walmuren tegen de Spanjaarden gevochten die in Oudorp hun kamp hadden opgeslagen. Toen Don Frederik, de zoon van Alva, zich verslagen terugtrok, betekende dat het keerpunt in de strijd tegen de Spanjaarden. De victorie begon in Alkmaar.

Markten
Vanaf 1600 ontwikkelde Alkmaar zich van handelsplaats met een eigen vloot tot een markt- en verzorgingscentrum voor de wijde omgeving. De zoutwinning en de gort- en grutnering waren van grote betekenis voor de stad. Aan de oevers van de Voormeer en het Zeglis verschenen zoutziederijen en brouwerijen. Kalkovens zorgden voor schelpkalk, dat als metselspecie werd gebruikt. Tientallen lijnbanen draaiden vlas tot touw.

Ontsluiting
In 1824 werd het Noordhollands kanaal geopend, een initiatief van koning Willem I. Om de handel in Alkmaar te bevorderen heeft het stadsbestuur zich beijverd het kanaal door Alkmaar heen te graven. Daarvoor moest een deel van de stadswal worden opgeofferd. Het kanaal bracht niet de voorspoed die men verwachtte. Beurtschippers en reizigers die eerst halverwege hun reis in Alkmaar overnachtten, gingen nu regelrecht naar hun bestemming, waardoor herbergen droogvielen.

Groei
Woningbouwverenigingen hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de stedenbouwkundige uitbreiding buiten de singels. Naar het zuiden ontstonden nieuwe woonwijken. Een bijzondere wijk is het Bergerhof, dat in het oorlogsjaar 1942 tot stand kwam aan de rand van de stad. De 254 woningen waren bestemd om onderdak te bieden aan vluchtelingen uit Den Helder.

Na de oorlog ging de uitleg van Alkmaar-Zuid door. Toen in 1956 de Bergertunnel werd geopend, waren de voorbereidingen voor de bebouwing van het Hoefplan en Overdie in volle gang. In 1972 werden Oudorp, Koedijk-Zuid en Sint Pancras-Zuid aan het grondgebied van Alkmaar toegevoegd. Vanaf 1972 speelde Alkmaar als groeikern een rol bij de opvang van het bevolkingsoverschot van het noordelijk deel van de Randstad. Dat gebeurde in de uitleg van de stad naar het noorden. Na Huiswaard ontstonden de wijken De Mare en de Daalmeer. Het inwoneraantal van Alkmaar groeide van 40.000 in 1950 tot 93.000 in het jaar 2000.

Voorzieningen
Vanaf de jaren zeventig werden in de stad grote centrumvoorzieningen gebouwd, het cultureel centrum De Vest en het sport- en recreatiegebied Hoornsevaart zijn daar voorbeelden van. Het Medisch Centrum Alkmaar is het grootste niet-academisch ziekenhuis van Nederland. Alkmaar is met alle vormen van voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs uitgegroeid tot onderwijsstad van Noord-Holland Noord. Alkmaar heeft met de historische binnenstad en de kaasmarkt aantrekkingskracht voor toeristen en is cultuur- , sport- en uitgaanscentrum voor de regio. Als tiende winkelstad van Nederland vormt Alkmaar het kloppend hart van Noord-Holland Noord.

In het jaar 2004 vierde de stad Alkmaar haar 750 jarig bestaan.

(Tekst: Gemeente Alkmaar)