Uit De Geestmolen van september 1996 door Kees Komen
Willem Kalfstraat
Willem Kalf was een van de meest vooraanstaande van de meer dan vijfhonderd Noord-Nederlandse stilleven- en genreschilders in de zeventiende eeuw, een grootmeester van het stilleven.
Kalf (zijn naam treft men soms ook aan als 'Kalff') werd in 1619 in Rotterdam geboren en overleed in Amsterdam op 31 juli 1693. Hij bekwaamde zich in de bloeitijd van de Nederlandse schilderkunst bij Hendrick Gerritsz. Pot in Haarlem. Cornelis Saftleven was zijn eerste leermeester. Deze leerde hem Hollandse interieurs schilderen.
Aanvankelijk gebruikte Kalf, onder invloed van Pieter Claesz, een grijsbruin coloriet. De jaren 1642 tot 1646 bracht Kalf in Parijs door, waar hij aansluiting zocht bij de Vlaamse kunstenaarskolonie, en waar hij zich bezig hield met het schilderen, op klein formaat, van boereninterieurs met keukens, potten, pannen, kalebassen en dergelijke. Deze schilderijtjes doen onhollands aan, in tegenstelling tot de rest van zijn werk, dat typisch Hollands is.
De eerste stillevens op groot formaat, ontstaan onder invloed van François Rijckhals, waren nog middelmatig van aard. De bijzonder fraaie stillevens die hij na zijn terugkeer in Amsterdam maakte, zijn minder overdadig, zijn ingetogener, hebben diepe, warme kleuren en verwierven veel bewondering. Deze stillevens zijn uit vele kostbare voorwerpen samengesteld. Evenals Rembrandt voorzag Kalf de weelderige voorwerpen in zijn schilderijen van een gouden gloed en een diepdonkere achtergrond, het zogeheten clair-obscur-effect.
Daarnaast maakte Kalf enkele stillevens in een geheel andere trant, met schelpen, hoorntjes en kralen. Ook heeft hij vaak fraaie voorbeelden van zilversmeedkunst op het doek vastgelegd. Evenals veel tijdgenoten, dreef hij een kunsthandel, wat hem de mogelijkheid bood, vanuit zijn eigen winkel pronkstillevens samen te stellen met schalen uit Mingporcelein, oosterse tapijten en goud- en zilverwerk. Vaak maakte hij variaties op eenzelfde stilleven. De sinaasappels, citroenen en andere zuidvruchten die men in zijn schilderijen tegenkomt, vormden een teken van weelde en voornaamheid.
Behalve in Parijs is Kalf mogelijk ook in Italië geweest. In 1651 trouwde hij met een predikantsdochter, Comelia Pluvier. Vondel dichtte bij die gelegenheid over Kalf: 'Hij heeft stilstaende dingen lief: / Banketten, disgerecht en brief, / Limoen, citroen en glas en schael, / Cieraet en overdaet en prael.’
Werk van Kalf is te zien in onder meer de musea in Amsterdam (Rijksmuseum), Den Haag (Mauritshuis en Museum Bredius), Rotterdam (Boymans), het Gronings museum, het Louvre in Parijs, het Dahlemmuseum in Berlijn, voorts in Dresden, Hamburg, Hannover, Budapest, St. Petersburg (Hermitage), Edinburgh en Stockholm.