Artikelindex

Uit De Geestmolen van december 1995 door Kees Komen

Weissenbruchstraat
Op 8 april 1965 verbond de gemeentelijke straatnamencommissie de naam Weissenbruch aan een straat in het stadsdeel De Hoef. Men sprak toen nog van 'Hoefplan' omdat de verwezenlijking van het bestemmingsplan in volle gang was.

Hendrik Johannes Weissenbruch (in het dagelijks leven Jan Hendrik) was een van de grootste landschapschilders van de vorige eeuw. Hij werd op 30 november 1824 in Den Haag geboren als zoon van een kok en pasteibakker en overleed in die stad op 14 juli 1903. Aanvankelijk werd hij sterk beïnvloed door met name Ruysdael. Zijn werk werd al snel geliefd. In het atelier van Bartholomeus van Hove maakte hij decorstukken voor de Haagsche Schouwburg, met grote streken en vlakken zonder detailleringen. Daar is wellicht de basis gelegd voor zijn Hollandse impressionisme.

De gezaghebbende schilder Andreas Schelfhout zag zijn waterverftekeningen en nodigde hem uit, op zijn atelier te komen werken. Weissenbruch ging echter naar het atelier van Johannes Bosboom, die hem de raad had gegeven, anders te gaan werken. ' Je moet uit je eigen lens blijven zien,' zei Bosboom. Weissenbruch ging in de buitenlucht -'plein air' - schetsen maken in houtskool. Thuis' droomde hij daar de kleuren in, , zoals hij zelf schreef. Hij legde zich vooral toe op polder-, duin-, strand- en zeegezichten, later ook op stadsgezichten. In de strandgezichten die hij na 1875 maakte waren lucht en licht voor hem van belang. Details liet hij achterwege. Wolken moesten wolken zijn, en geen proppen watten. In zijn latere werk was hij al bijna abstract. Mondriaan was daar erg enthousiast over. Van Gogh wilde graag een oordeel van Weissenbruch. ' Als het voorkomt zal ik partij voor je trekken,' zei Weissenbruch en Van Gogh vond daarin een erkenning van zijn werk zowel als van zijn hele opvatting van het kunstenaarschap.

weisenbruch

Weissenbruch aan het werk in zijn boot, aan de oever van een meer
bij Noorden in Zuid-Holland.

Op zijn zeventigste wilde men Weissenbruch huldigen. Men vond echter een dichte deur met de mededeling dat hij een dagje met zijn dochter naar Arnhem was. Hij was wars van alle opsmuk. Vanwege zijn opgeruimd karakter noemde men hem 'de vrolijke Weiss'.