Aan Raad van State Beroepschrift
Afdeling bestuursrechtspraak
Postbus 20019
2500 EA ‘s Gravenhage
Alkmaar, 12 december 2001
Geachte Raad,
Hierbij tekenen wij bezwaar aan tegen het besluit inzake de ‘Aanvraag vergunning krachtens de Grondwaterwet voor het onttrekken van grondwater van de Gedeputeerde Staten van Noord-Holland’, kenmerk 2001-17904, ons toegezonden op 15 november 2001.
Het betreft onttrekken van grondwater aan de Vliegerstraat te Alkmaar met kadastrale nummers sectie E 5663, 5464, 4909, 4827 en 4828.
Onze bezwaren luiden als volgt:
Het FUGRO onderzoek, opdrachtnummer L-2254/001, waarop het besluit gebaseerd is, is onzorgvuldig, onvolledig en bevat fouten over de nabijgelegen bebouwing.
In de berichtgeving, het onderzoek en in het besluit is de bebouwing van de woonwijk direct gelegen tegenover het spoor niet meegenomen. Deze bebouwing staat tussen de 50 tot 100 meter van de bouwput.
Er is geen of zeer onvoldoende onderzoek gedaan naar de staat en wijze van fundatie van de bebouwing.
Tekeningen uit het gemeente archief van Akmaar zijn niet gebruikt in het onderzoeksrapport.
Volgens het besluit zijn de woningen gebouwd ‘in de jaren ’70’. Onderzoek wijst uit dat de meest nabijgelegen woningen voor het spoor (De Hoef) gebouwd zijn tussen 1960 en eind 1963 en dat de woningen tegenover het spoor (Bloemwijk en Boomwijk) gebouwd zijn tussen 1935 en 1955.
Het besluit over welke woningen gevaar opleveren, wordt belegd bij de Gemeente Alkmaar die in deze geen onafhankelijke partij is.
Het merendeel van de bewoners bezitten niet de kennis om de technische berichtgeving op impact te kunnen beoordelen (bijvoorbeeld dat ‘op staal’ een betonnen ondergrond of betonnen plaat van gewapend beton is).
Punten van aandacht zijn:
Op welke wijze zijn de woningen gefundeerd? In het rapport, waarop het besluit is gefundeerd, wordt over de directe omgeving gesproken over: ‘Er is slechts summier informatie over de funderingswijze aanwezig. Aangenomen kan worden dat bebouwing binnen het invloedsgebied van de bemaling gefundeerd is op staal.’
Uit tekeningen uit het gemeente archief van Alkmaar is af te leiden dat de woningen van De Hoef gelegen aan het 2e blok (Bloemaertlaan 184-192, Leonard Bramerstraat 12-26, Moreelsestraat, Honthorstlaan 15-23) gefundeerd zijn op palen. Een palenplan voor het eerste blok (Bloemaertlaan 158-166 en 174-182, Leonard Bramerstraat 7-15, Honthorstlaan 5-13) dat qua bebouwing afwijkt van het andere blok, bevestigt het vermoeden dat dit blok ook geheid is op palen. Dit kunnen betonnen palen zijn gezien de afmeting.
De woningen aan de andere kant van het spoor (Rozenstraat, Leliestraat, Fritz Conijnlaan, Iepenlaan, Beukenlaan, Kastanjelaan) kunnen gefundeerd zijn op houten palen of op staal. Aanpalende bebouwing is waarschijnlijk op staal gefundeerd.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de laagbouwwoningen van De Hoef een bodemafsluiting van stampbeton hebben die als fundatie dient voor de poertjes die de vloeren moeten ondersteunen.
Aanpalende bebouwing zoals garages en bijgebouwen zijn soms op staal en soms op palen gefundeerd.
Aanpalende bebouwing, zoals uitbreiding van woonkamers, keukens alsmede bijkeukens, zijn gefundeerd op staal.
De in het verleden ontstane zettingschade aan bebouwing door vrachtverkeer is door de bewoners gerepareerd.
Tussen enkele woningen en bijgebouwen staan vaste verbindingsmuren.
Water- en gasleidingen zijn naar alle waarschijnlijkheid niet berekend op grondverzakkingen.
Bekend is dat vracht- en treinverkeer in het verleden geleid heeft tot schade aan de afvoeren.
De bouw bevat als participanten de aannemers, projectontwikkelaars en de Gemeente. Bewoners in de nabijgelegen bebouwing, die mogelijke schade kunnen ondervinden, worden in deze niet als partij beschouwd. De bewoners worden door de Gemeente niet of slecht op de hoogte gehouden van besluitvorming en voortgang van het project.
Schade
De eigenaren van de laagbouw zijn op basis van eigen onderzoeksgegevens van mening dat een verlaging van het maaiveld volgens de te verstrekken vergunning tot de volgende schade kan leiden:
Het breken van de stampbetonnen bodemafsluitingen en de daarmee verband houdende permanente verzakking van de poertjes die de centrale steunbalk ondersteunen. Vloerbalken zullen hun middenondersteuning verliezen, gaan werken waardoor ernstige schade ontstaat aan parket en houten vloeren.
(poertjes dienen naderhand voorzien te worden van een nieuwe fundatie waarna de vloeren hersteld kunnen worden.)
De kelders, wc’s en gangvloeren zijn gebouwd op staal. Bij de te verwachte zakkingen zullen deze loskomen van de bestaande bebouwing.
Aanpalende bebouwing van de woningen die binnen 100 meter van de wateronttrekking liggen zoals garages en bijgebouwen die op staal zijn gefundeerd zullen losbreken van de woningen met alle gevolgen van dien. Uitbreidingen van woonkamers en keukens alsmede bijkeukens die op staal zijn gefundeerd zullen losbreken van de woningen, wat kan leiden tot lekkages.
De in het verleden ontstane en gerepareerde zettingschade zal opnieuw openbreken, verder doorscheuren en nieuwe zettingschade kan ontstaan.
De tussen de woningen en bijgebouwen aangebrachte verbindingsmuren zullen loskomen en naar alle waarschijnlijkheid breken.
Indien water- en gasleidingen niet berekend zijn op de grondverzakkingen zullen deze breken met alle gevolgen van dien.
De berekende verlaging van het maaiveld kan leiden tot aanzienlijke schade aan de riolering.
Volgens voorzichtige schattingen kan de schade aanzienlijk oplopen.
Tevens tekenen de bewoners protest aan tegen het besluit dat de Gemeente bepaalt welke bewoners er mogelijk schade zouden kunnen ondervinden. De Gemeente heeft een aanzienlijk belang bij een vlotte doorgang van de bouw, waarbij de belangen van de bewoners ondergeschikt lijken aan de belangen van de projectontwikkelaar.
Voorstel
Het buurtoverleg stelt het volgende voor:
Een onafhankelijk expert dient, op kosten van de aanvrager, gedegen onderzoek te doen naar de daadwerkelijke wijze van fundering en bebouwing alsmede de staat waarin deze verkeert.
Deze expert dient tevens vast te stellen wat de te verwachtte schade is als gevolg van zettingen van de bebouwing (gefundeerd op staal en op palen) in de omgeving.
Deze expert dient tevens aan te geven welke bebouwing op welke manier gemonitord moet worden om de schade door de wateronttrekking vast te stellen.
Het buurtoverleg (de indiener) wil betrokken zijn bij de benoeming van deze expert en wil dat alle gemaakte kosten door de aanvrager worden betaald.
Het buurtoverleg stelt dat alle schade, die redelijkerwijs toe te wijzen is aan de wateronttrekking, vergoed wordt door de aanvrager.
Opmerkingen:
Het buurtoverleg steunt de nieuwbouw en dringt dan ook aan op een vlotte behandeling ten einde de bouw niet, of zo min mogelijk, te vertragen.
Het buurtoverleg adviseert onderzoek te doen naar de mogelijkheid van een dubbele damwand met overstort waardoor zettingschade geminimaliseerd wordt.
Op grond van het voorgaande verzoeken wij u het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, kenmerk 2001-17904, nietig te verklaren totdat duidelijk is wat de reële potentiële schade is.
In een nieuw besluit verzoeken wij:
een kosten-baten analyse te maken van een dubbele damwand met overstort in dit project;
een betere monitoring van de bebouwing die kans loopt op schade veroorzaakt door de wateronttrekking vast te stellen door een onafhankelijke partij;
een hoorzitting waarin wij onze onderzoeksgegevens kunnen voorleggen waarbij ook getuigen en deskundigen gehoord kunnen worden.
Hoogachtend,
Namens de betrokken eigenaren van De Hoef, Bloemwijk en Boomwijk,
Voorzitter buurtoverleg de Hoef "Geestmolen",
L.N.J. Kleverlaan
Bloemaertlaan 182
1816 KE ALKMAAR
{linkr:related;keywords:vliegerstraat;limit:10;title:gerelateerde artikelen}